Ik ben Pieter Groenewege, 29 jaar oud. In mijn dagelijks leven werk ik als fractiemedewerker bij de Partij voor de Dieren Den Haag.
Mijn jeugd speelde zich af op een kippenboerderij in Moerdijk. Mijn ouders hadden toen twee megastallen met 66.000 slachtkuikens. Als eendagskuikens kwamen de dieren bij ons aan. Na 6 weken op elkaar gepropt in benauwde, stoffige stallen zonder ramen, werden ze weer met grof geweld in kratten gesmeten en afgevoerd. Een paar dagen later stond er weer een nieuwe lading op het erf.
Waarom gaan we met de pijn van een kip zo anders om dan met de pijn van een mens, of van een hond? Mensen fokken en slachten dieren niet voor hun eigen bestwil, maar voor die van onszelf. We behandelen dieren als productiemiddelen, maar het zijn levende wezens met gevoelens en belangen. Dit betoogt Australisch filosoof Peter Singer in zijn boek Dierenbevrijding, dat ik las tijdens mijn studie. Dit boek overtuigde me om vegetariër te worden en me aan te sluiten bij de Partij voor de Dieren.
Ook in Dordrecht worden kwetsbare belangen met voeten getreden, op grote schaal en vaak ook in het klein. Chemours verdient bakken geld aan het vergiftigen van zijn omgeving. Ganzen die in de monoculturen van Dordtse boeren een lekker maaltje zien, worden genadeloos vergast. Een dozijn zebravinken moet hun hele leven in een kleine volière in Park Merwestein slijten, om passanten te vermaken. Het recht van de sterkste regeert, ook in Dordrecht.
Ik wil de kwetsbare belangen, die niet voor zichzelf kunnen opkomen, een stem geven in de Dordtse gemeenteraad. Daarom ben ik met trots lijsttrekker van de Partij voor de Dieren Dordrecht.