Opvang van wilde dieren binnen de gemeente


Artikel 40-vragen Pieter Groe­newege en Cees Venderbos-Lambinon

Indiendatum: 15 aug. 2022

Aan het college van burgemeester en wethouders,

Stichting Beestenbende / Zorg Zoo Dordrecht vangt exotische dieren op die niet meer bij hun eigenaren kunnen blijven, of die in het wild gevonden zijn. De huidige locatie is, naar het oordeel van de Partij voor de Dieren, ongeschikt voor de langdurige opvang van (wilde) dieren. De dieren zitten 24 uur per dag binnen in een loods in kleine kooien.

Overeenkomstig art. 40 van het Reglement van orde stellen het raadslid Pieter Groenewege, Partij voor de Dieren, en het commissielid Cees Venderbos-Lambinon, Partij voor de Dieren, de volgende vragen:

  1. Is het college bekend met Stichting Beestenbende / Zorg Zoo Dordrecht?

De huidige verblijven van de dieren waren oorspronkelijk bedoeld als tijdelijke oplossing. De initiatiefnemer heeft plannen om de verblijven te vergroten, maar slaagt er al jaren niet in deze uitbreiding te realiseren. Daardoor leven deze wilde dieren al jaren in krappe kooien in een loods, zonder daglicht en frisse buitenlucht.

  1. Is het college bekend met de leefomstandigheden van de opgevangen dieren bij Stichting Beestenbende? Zo nee, is het college bereid zich hiervan op de hoogte te stellen?

  2. Deelt het college de mening van de Partij voor de Dieren dat de verblijven waarin de dieren worden gehouden niet geschikt zijn voor de permanente huisvesting van (wilde) dieren?

Zoals Stichting Beestenbende op haar Facebookpagina kenbaar maakt, heeft de stichting ambities tot uitbreiding van haar locatie en het openen van mini-dierentuin. Tot dat doel heeft de stichting inmiddels een geschiedenis van afgewezen vergunningaanvragen bij de gemeente.

  1. Is het college bekend met de diverse aanvragen voor vergunningen die zijn ingediend door de initiatiefnemer? Kan het college een overzicht geven van deze aanvragen, inclusief de reacties hierop door het college?

  2. Welke overleggen hebben, buiten de indiening van formele vergunningaanvragen, plaatsgevonden tussen de stichting en de gemeente? Kan het college hiervan een overzicht geven? Wat was hiervan de uitkomst?

  3. Is het college bekend met de plannen van de initiatiefnemer tot aankoop van een deel van het perceel voor uitbreiding van de opvang en het openen van een mini-dierentuin? Kan een dergelijke uitbreiding vanuit het gemeentelijke beleid gefaciliteerd worden? Zo ja, welke voorwaarden gelden hier dan voor? Zo nee, waarom niet?

De Partij voor de Dieren acht het opsluiten en gebruiken van dieren voor menselijk vermaak immoreel, en vindt het openen van een mini-dierentuin op Dordts grondgebied dan ook onwenselijk.

  1. Deelt het college de mening van de Partij voor de Dieren het openen van een mini-dierentuin met wilde dieren op Dordts grondgebied onwenselijk is? Zo ja, is het college bereid dit onderwerp mee te nemen in de evaluatie van het gemeentelijke dierenwelzijnsbeleid? Zo nee, waarom niet?

  2. Is het college bereid de initiatiefnemer te faciliteren bij het realiseren van een geschikte locatie voor de langdurige opvang van wilde dieren? Zo ja, op welke manier? Zo nee, waarom niet?

  3. Indien nee, kan het college zich inspannen om ervoor te zorgen dat de wilde dieren die nu op deze locatie worden opgevangen, worden overgebracht naar een locatie die geschikt is voor de langdurige opvang van (wilde) dieren? Zo ja, op welke manier? Zo nee, waarom niet?

  4. Kan het college schetsen wat de wettelijke gevolgen zijn voor Stichting Beestenbende van de invoering van de positieflijst zoogdieren per 1 januari 2024?

  5. Kan het college inschatten wat de invoering van de positieflijst zoogdieren per 1 januari 2024 doet met de behoefte aan opvangcapaciteit voor wilde dieren? Op welke manier houdt het college hier in zijn beleid rekening mee? Is het college bereid dit aspect mee te nemen in de evaluatie van het gemeentelijke dierenwelzijnsbeleid?

De Partij voor de Dieren wil ook graag weten hoe de opvang van (wilde) dieren in algemene zin in Dordrecht is geregeld.

  1. De gemeente is wettelijk verplicht zwervend aangetroffen dieren veertien dagen te bewaren. Op welke manier geeft het college invulling aan deze wettelijke plicht?

  2. Neemt het college ook buiten zijn wettelijke plichten verantwoordelijkheid voor (het financieel bijdragen aan) de opvang van dieren? Zo ja, welke? Zo nee, waarom niet?

  3. Welke instanties vangen in Dordrecht gevonden wilde dieren op? Welke financiële bijdrage krijgen deze instanties daarvoor van de gemeente?

  4. Betrekt de gemeente de Zorg Zoo bij de opvang van gevonden wilde dieren? Zo ja, op welke manier? Zo nee, waarom niet?

Met vriendelijke groet,

Pieter Groenewege
Partij voor de Dieren

Cees Venderbos-Lambinon
Partij voor de Dieren

Indiendatum: 15 aug. 2022
Antwoorddatum: 20 dec. 2022

Geachte heren Groenewege en Venderbos-Lambinon,

Bij brief van 15 augustus 2022, ingekomen op 23 november 2022, heeft u op grond van artikel 40 van het Reglement van Orde van de gemeenteraad namens de fractie Partij voor de Dieren een vraag gesteld inzake Opvang van wilde dieren binnen de gemeente.

Wij beantwoorden uw vraag als volgt.

Vraag 1. Is het college bekend met Stichting Beestenbende / Zorg Zoo Dordrecht?

Antwoord Ja.

Vraag 2. Is het college bekend met de leefomstandigheden van de opgevangen dieren bij Stichting Beestenbende? Zo nee, is het college bereid zich hiervan op de hoogte te stellen?

Antwoord Ja, we hebben het NVWA gevraagd om een controle te doen van dierenwelzijn aan de Rijksstraatweg 155. Uit die controle bleek dat de dierenwelzijn in orde was. De politie met taakaccent dieren neemt regelmatig een kijkje om dit in de gaten te houden.

Vraag 3. Deelt het college de mening van de Partij voor de Dieren dat de verblijven waarin de dieren worden gehouden niet geschikt zijn voor de permanente huisvesting van (wilde) dieren?

Antwoord Ja, dit is een tijdelijk verblijf voor (wilde) dieren.

Vraag 4. Is het college bekend met de diverse aanvragen voor vergunningen die zijn ingediend door de initiatiefnemer? Kan het college een overzicht geven van deze aanvragen, inclusief de reacties hierop door het college?

Antwoord Ja, zie de bijlagen voor de aanvraag voor een omgevingsvergunning en de bijbehorende reactie/brief. Ook het recente ondernemingsplan van de initiatiefnemer is bijgevoegd evenals de reactie van het college daarop.

Vraag 5. Welke overleggen hebben, buiten de indiening van formele vergunningaanvragen, plaatsgevonden tussen de stichting en de gemeente? Kan het college hiervan een overzicht geven? Wat was hiervan de uitkomst?

Antwoord Sinds eind 2020 zijn we met de initiatiefnemer in gesprek zijn over de mogelijkheid tot het realiseren van een opvang van exoten. We hebben hem daarvoor in contact gebracht met het ondernemersloket. Ook beseffen we dat het opvangen van dieren en exoten in het bijzonder, gepaard gaat met eisen vanuit wet- en regelgeving. Daarom hebben we hem eerder al in contact gebracht met dierentehuis Louterbloemen en duurzaamheidscentrum Weizigt om van hen te horen op welke manier een opvangcentrum aan die eisen moet voldoen.

Aan de gesprekstafel dierenbeleid van 2021 heeft de initiatiefnemer de ruimte gekregen om uw onderwerp toe te lichten en verder te bespreken met experts en partners op het gebied van dieren(welzijn). Medio 2021 heeft de initiatiefnemer een omgevingsvergunning ingediend voor het realiseren van een opvang van exoten aan de Rijksstraatweg 155. Deze aanvraag is afgewezen. De tijdelijke opvang van exoten op die locatie hebben we voorlopig gedoogd.

Begin oktober 2022 heeft wethouder De Jonge een kijkje genomen op locatie. Eind oktober is weer een nieuw plan ingediend. De reactie daarop vindt u in de bijlage.

Vraag 6. Is het college bekend met de plannen van de initiatiefnemer tot aankoop van een deel van het perceel voor uitbreiding van de opvang en het openen van een mini-dierentuin? Kan een dergelijke uitbreiding vanuit het gemeentelijke beleid gefaciliteerd worden? Zoja, welke voorwaarden gelden hier dan voor? Zo nee, waarom niet?

Antwoord Ja, zie de bijlage met onze brief aan de initiatiefnemer.

Vraag 7. Deelt het college de mening van de Partij voor de Dieren het openen van een mini-dierentuin met wilde dieren op Dordts grondgebied onwenselijk is? Zo ja, is het college bereid dit onderwerp mee te nemen in de evaluatie van het gemeentelijke dierenwelzijnsbeleid? Zo nee, waarom niet?

Antwoord Ja, het realiseren van een mini-dierentuin op het Eiland van Dordrecht vinden wij niet wenselijk. Naar onze mening past deze bestemming niet in onze gemeente.

Vraag 8. Is het college bereid de initiatiefnemer te faciliteren bij het realiseren van een geschikte locatie voor de langdurige opvang van wilde dieren? Zo ja, op welke manier? Zo nee, waarom niet?

Antwoord Nee, het vinden van een locatie voor het realiseren van zijn initiatief voor opvang van wilde dieren is een verantwoordelijkheid van de initiatiefnemer zelf. Indien de initiatiefnemer problemen heeft met het opvangen van zijn dieren, zijn we uiteraard bereid om te helpen deze elders onder te brengen.

Vraag 9. Indien nee, kan het college zich inspannen om ervoor te zorgen dat de wilde dieren die nu op deze locatie worden opgevangen, worden overgebracht naar een locatie die geschikt is voor de langdurige opvang van (wilde) dieren? Zo ja, op welke manier? Zo nee, waarom niet?

Antwoord Ja, zie ook onze brief aan de initiatiefnemer en het antwoord op vraag 8.

Vraag 10. Kan het college schetsen wat de wettelijke gevolgen zijn voor Stichting Beestenbende van de invoering van de positiefijst zoogdieren per 1 januari 2024?

Antwoord Vanaf 1 januari 2024 mogen enkel dieren worden gehouden die op de positieflijst zoogdieren staan. Er komt een overgangsregeling voor de dieren die niet op de lijst staan. Dat betekent dat de dieren gehouden mogen worden tot ze dood gaan (mits aangetoond is dat de eigenaar de dieren al in bezit had). De dieren mogen niet worden losgelaten in de natuur. Er mag ook niet mee worden gefokt. Deze overgangsregeling geldt dan ook voor Stichting Beestenbende.

Vraag 11. Kan het college inschatten wat de invoering van de positieflijst zoogdieren per 1 januari 2024 doet met de behoefte aan opvangcapaciteit voor wilde dieren? Op welke manier houdt het college hier in zijn beleid rekening mee? Is het college bereid dit aspect mee te nemen in de evaluatie van het gemeentelijke dierenwelzijnsbeleid?

Antwoord Als gevolg van invoering van de positieflijst zoogdieren per 1 januari 2024 is landelijk de algemene verwachting dat er een toename zal zijn in het aantal gevonden wilde dieren. We zijn hierover, samen met andere gemeenten, in gesprek met het ministerie van LNV over hoe dit probleem landelijk kan worden aangepakt. We nemen dit punt uiteraard ook mee in de evaluatie van het dierenbeleid.

Vraag 12. De gemeente is wettelijk verplicht zwervend aangetrofen dieren veertien dagen te bewaren. Op welke manier geeft het college invulling aan deze wettelijke plicht?

Antwoord Hiervoor hebben wij een contract met dierentehuis Louterbloemen.

Vraag 13. Neemt het college ook buiten zijn wettelijke plichten verantwoordelijkheid voor (het fnancieel bijdragen aan) de opvang van dieren? Zo ja, welke? Zo nee, waarom niet?

Antwoord Nee, op dit moment niet. Het opvangen van (wilde) dieren is een van de punten die wij evalueren in het dierenbeleid volgend jaar.

Vraag 14. Welke instanties vangen in Dordrecht gevonden wilde dieren op? Welke financiële bijdrage krijgen deze instanties daarvoor van de gemeente?

Antwoord We hebben een contract met dierentehuis Louterbloemen. Zij ontvangen daarvoor een jaarlijkse bijdrage van € 220.000 ter uitvoering van de wettelijke taken voor opvang, vervoer en destructie van zwerfdieren. Daarnaast voert Louterbloemen voor dat bedrag ook een aantal bovenwettelijke taken uit zoals het testen van agressieve honden en het ondersteunen bij dierziekten.

Vraag 15. Betrekt de gemeente de Zorg Zoo bij de opvang van gevonden wilde dieren? Zo ja, op welke manier? Zo nee, waarom niet?

Antwoord Nee, we hebben een contract met dierentehuis Louterbloemen.

Wij vertrouwen erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.

Hoogachtend,

Het college van Burgemeester en Wethouders

C.H.W.M. Post
Secretaris
A.W. Kolff
Burgemeester