Tech­nische vragen Cultuurnota


Tech­nische vragen Cees Venderbos Lambinon

Indiendatum: 22 apr. 2024

  1. In het voorstel vaststellen Cultuurnota 2019 ‘De Kracht van cultuur, voor en door iedere Dordtenaar’ staat op bladzij 3 vermeld welk participatieproces is doorlopen.
    In de presentatie van dinsdag 16 april 2024 staat vermeld dat in de periode april tot juni 2023 diverse participatiebijeenkomsten zijn gehouden.
    Welk participatieproces is doorlopen en welke organisaties hebben hieraan deelgenomen?
  2. De Dordtse basisinfrastructuur is al jaren ongewijzigd.
    In aanloop naar de periode 2029 – 2032 evalueren we opnieuw.
    Welke evaluatie heeft er in de periode 2019 – 2024 plaatsgevonden?
  3. Culturele organisaties die niet onder de Dordtse basisinfrastructuur vallen kunnen gebruik maken van incidentele subsidies
    Hoe moeten zij omgaan met structurele tekorten die alleen opgelost kunnen worden door structurele subsidies?
  4. In 2027/2028 worden de gemaakte meerjarenafspraken en de basisinfrastructuur geëvalueerd. Daarvoor richten wij een open proces in waarbij alle organisaties die in ieder geval voldoen aan de voorwaarden en passen binnen het beleid kans maken.
    Wat is de reden dat dit open proces niet heeft plaatsgevonden terwijl al in 2019 is aangegeven naar verbreding te kijken?
  5. In de cultuurnota 2030 staat dat duurzaamheid opgenomen wordt in de meerjarige subsidieafspraken met de instellingen in de Dordtse culturele basisinfrastructuur.
    Over de culturele organisaties die niet in de Dordtse culturele basisinfrastructuur zijn opgenomen worden geen afspraken over duurzaamheid gemaakt, zeker niet als deze niet in gemeentelijk vastgoed gevestigd zijn.
    Incidentele subsidieaanvragen zijn hier niet voor bedoeld, is erover nagedacht hoe deze organisaties in aanmerking kunnen komen voor een duurzaamheidssubsidie?

Indiendatum: 22 apr. 2024
Antwoorddatum: 3 mei 2024

  1. In het voorstel vaststellen Cultuurnota 2019 ‘De Kracht van cultuur, voor en door iedere Dordtenaar’ staat op bladzij 3 vermeld welk participatieproces is doorlopen.
    In de presentatie van dinsdag 16 april 2024 staat vermeld dat in de periode april tot juni 2023 diverse participatiebijeenkomsten zijn gehouden.
    Welk participatieproces is doorlopen en welke organisaties hebben hieraan deelgenomen?

    Een overzicht van alle stappen in het participatieproces staat in bijlage 1 (pagina 37) van de nota.
    Zie bijlage 2 voor een overzicht van de organisaties die aanwezig waren bij de diverse bijeenkomsten.
  2. De Dordtse basisinfrastructuur is al jaren ongewijzigd.
    In aanloop naar de periode 2029 – 2032 evalueren we opnieuw.
    Welke evaluatie heeft er in de periode 2019 – 2024 plaatsgevonden?

    Jaarlijks worden subsidies verantwoord, met een jaarverslag/-verantwoording. De vaststellingsbeschikkingen daarvan zijn geanalyseerd. Daarnaast hebben de huidige organisaties op ons verzoek schetsplannen ingeleverd waarin zij aangaven hoe zij invulling willen geven aan de uitgangspunten voor de nieuwe nota (op basis van de startnotitie). Met de grote instellingen is daar in een aparte sessie nog over doorgepraat.
  3. Culturele organisaties die niet onder de Dordtse basisinfrastructuur vallen kunnen gebruik maken van incidentele subsidies
    Hoe moeten zij omgaan met structurele tekorten die alleen opgelost kunnen worden door structurele subsidies?

    Door te zoeken naar mogelijkheden voor (het verhogen van) andere inkomsten (bv uit horeca of sponsoring) en/of het beperken van lasten kunnen zij wellicht alsnog het verwachte tekort terugdringen. Daarnaast incidentele subsidieregelingen, externe fondsen, crowdfunding (vb. via Voordekunst, waarmee we als gemeente een samenwerking hebben.

  4. In 2027/2028 worden de gemaakte meerjarenafspraken en de basisinfrastructuur geëvalueerd. Daarvoor richten wij een open proces in waarbij alle organisaties die in ieder geval voldoen aan de voorwaarden en passen binnen het beleid kans maken.
    Wat is de reden dat dit open proces niet heeft plaatsgevonden terwijl al in 2019 is aangegeven naar verbreding te kijken?


    Zoals vermeld in de nota is de huidige samenstelling compleet en divers genoeg en een goede basis voor verdere bloei en vernieuwing van het culturele ecosysteem. Uit de analyse van de prestaties van de huidige basisinfrastructuur (zie antwoord vraag 2) concluderen we dat de organisaties voldoen aan de gemaakte afspraken die passend zij bij onze doelstellingen. Er zijn geen bijzonderheden uit naar voren gekomen. Huidige partijen hebben afgelopen jaren goed
    hebben gepresteerd (waarbij we de coronajaren als niet-representatief beschouwen) en het beleid van organisaties voor de komende jaren sluit aan op onze uitgangspunten. Verder zagen we binnen de begroting voor cultuur geen ruimte voor uitbreiding van de basisinfrastructuur.
    Door te verbreden zou de basisinfrastructuur nu minder stabiel en gezond gehouden kunnen worden en dus een minder stevige basis kunnen zijn.
    Een proces van beoordeling en heroverweging van de samenstelling van de basisinfrastructuur vergt een stevig en zorgvuldig proces. Het is logischer om dit te doen na de discussie over en de keuzes ten aanzien van het 'ravijnjaar'.
    In de vorige nota (2019) is overigens niet aangegeven dat we gaan kijken naar verbreding van de basisinfrastructuur. Wel is de doelstelling verbreden publieksbereik daarin opgenomen, maar dat is daar niet (alleen) van afhankelijk.
  5. In de cultuurnota 2030 staat dat duurzaamheid opgenomen wordt in de meerjarige subsidieafspraken met de instellingen in de Dordtse culturele basisinfrastructuur.
    Over de culturele organisaties die niet in de Dordtse culturele basisinfrastructuur zijn opgenomen worden geen afspraken over duurzaamheid gemaakt, zeker niet als deze niet in gemeentelijk vastgoed gevestigd zijn.
    Incidentele subsidieaanvragen zijn hier niet voor bedoeld, is erover nagedacht hoe deze organisaties in aanmerking kunnen komen voor een duurzaamheidssubsidie?

    In onze incidentele subsidieregeling wordt wel gevraagd aan te geven hoe men invulling geeft aan duurzaamheid in het initiatief. Verder zijn er landelijke subsidieregelingen en fondsen voor duurzaamheid (zie bijvoorbeeld hier)