Cala­mi­teiten Chemours

Indiendatum: 17 nov. 2023
Antwoorddatum: 19 dec. 2023

Geachte mevrouw Kamphuis (fractie SP) en heer Venderbos-Lambinon (fractie PvdD),

Bij brief van 17 november 2023, bij ons binnengekomen op 28 november 2023, heeft u op grond van artikel 40 van het Reglement van Orde van de gemeenteraad namens respectievelijk fractie SP en fractie PvdD vragen gesteld inzake calamiteiten Chemours.
Wij beantwoorden uw vragen als volgt.

Vraag 1. Kan het college reflecteren op het krantenbericht in het Algemeen Dagblad van 14 november 2023 waarin vermeld werd dat er een incident op het terrein van Chemours heeft plaatsgevonden waar de brandweer voor werd opgeroepen.

Antwoord: In het betreffende artikel wordt er gesproken van een incident op het terrein van Chemours waarbij een oplosmiddel is gaan lekken tijdens het laden met een vorkheftruck. De woordvoerder van Chemours benadrukt in het artikel dat dit geen PFAS betreft en dat er geen gevolgen zijn voor de omgeving, zonder dat er iemand gewond raakte. Het bedrijfsongeval is snel opgelost door zowel de bedrijfsbrandweer als de regionale brandweer.

Vraag 2. Is bij het college bekend welk oplosmiddel er is gelekt? Zo ja, kan het college dit met ons delen. Zo nee, waarom niet?

Antwoord. Wij waren niet op de hoogte welk oplosmiddel er is gelekt; daarom hebben wij Chemours verzocht hierover meer informatie te verstrekken. Chemours geeft aan dat op 14 november bij het laden van een vrachtauto een vat is gaan lekken met het oplosmiddel TDCE (trans-1,2-Dichloroethylene). Dat is door DCMR bevestigd.

Vraag 3. Bij het genoemde incident op 14 november 2023 heeft de bedrijfsbrandweer een laag over de vrijgekomen stof gespoten. Is het college bekend op welke wijze dit is opgeruimd zodat dit niet in de omgeving is terechtgekomen?
Zo ja, kan het college dit met ons delen. Zo nee, waarom niet?

Antwoord. Nadat de vloeistof begon te lekken, heeft de bedrijfsbrandweer de situatie opgemerkt en als voorzorgsmaatregel de lekkende vloeistof met schuim afgedekt. Daarna is het materiaal opgezogen met een vacuümwagen. Het terrein is vervolgens gespoeld met water, dat ook is opgezogen. Al het opgezogen materiaal is extern verwerkt.

Vraag 4. Kan het college toezeggen dat bij elk incident waarbij de brandweer wordt opgeroepen de raad wordt ingelicht en zo nodig de bewoners. Indien nee, waarom niet>

Antwoord. Wij kunnen deze toezegging niet doen, Bedrijven zijn vanuit de Wet milieubeheer verplicht om gebeurtenissen die niet in het normale productieproces vallen aan de overheid te melden. Het kan gaan om bijvoorbeeld gepland onderhoud, maar ook om onvoorziene incidenten. Dit zijn bedrijfsmeldingen. Bij bedrijfsmeldingen hoeft er geen sprake te zijn van gevaar voor de omgeving. In het overgrote deel van deze meldingen rukken de hulpdiensten uiteindelijk niet uit of keren voortijdig terug omdat het bedrijf (en de aanwezige bedrijfsbrandweer) adequaat optreedt of de melding uiteindelijk loos alarm blijkt. Wanneer een incident wel gevaar op de omgeving oplevert zullen meldkamer en hulpdiensten direct opschalen (door middel vande GRIP-opschaling) en zal de omgeving geïnformeerd worden door middel van het proces crisiscommunicatie (met daarin mogelijkheden tot inzet van onder andere NL-Alert of het sirenestelsel). Indien een dergelijk GRIP-incident zich voordoet zullen wij u daarover informeren.

Vraag 5. In de nacht van 28 augustus 2023 is bij Chemours/Dupont een lekkage geweest waardoor de medewerkers op 29 augustus 2023 thuis moesten blijven omdat het op het terrein niet veilig zou zijn. Is bij het college bekend om welke stof het gaat en kan het college dit met ons delen. Zo nee, waarom niet?

Antwoord. Ook dit hebben wij nagevraagd bij Chemours: tijdens een patrouilleronde op het terrein werd een minimale lekkage ontdekt bij de afsluiter van een wagon met waterstoffluoride (HF). In samenwerking met DCMR heeft Chemours besloten de wagon leeg te maken. Als extra voorzorgsmaatregel zijn naast de bestaande beheersmaatregelen aanvullende maatregelen genomen, zoals extra waterschermen en de afzetting van en extra toezicht op het terrein. De toegang tot het terrein is beperkt tot het noodzakelijk productiepersoneel geweest totdat de wagon leeg was, om te voorkomen dat anderen zich in de directe omgeving van de losplaats bevonden. Rond het middaguur was het terrein weer volledig toegankelijl.

Vraag 6. Kan het college aangeven waarom de bewoners niet zijn ingelicht en hoe dit in de toekomst wel gaat gebeuren?

Antwoord. Zie het antwoord bij vraag 4.

Hoogachtend,

Het college van Burgemeester en Wethouders

C.H.W.M. Post A.W. Kolff
secretaris burgemeester